Is wonen een recht? Soms lijken onze rechten eerder krom te zijn… Wat is de woningwet eigenlijk, wat staat er in deze wet en sinds wanneer bestaat de woningwet? Ze zeggen wel eens “nood breekt wet” maar hoe zit het dan met de woningnood?

Wat is de woningwet?

De woningwet is een Nederlandse wet die betrekking heeft op de volkshuisvesting. Er staan voorschriften in die van toepassing zijn op de volkshuisvesting, woningbouw en monetair sturen van gemeente en het Rijk voor de woningbouw. Dit is slechts een beperkte definitie van de wetgeving waar nog veel meer in behandeld wordt. Sinds wanneer is de woningwet er?

De woningwet werd voor het eerst ingediend op 11 september 1899 en trad in werking op 1 augustus 1902. Het zou tot 1965 duren voordat de tweede woningwet werd ingevoerd in Nederland. Versie drie kwam in 1992 en nu is de woningwet uit 2015 van toepassing. In de oorspronkelijke wetgeving had de overheid een centrale rol in het bevorderen van de woningbouw. In de revisies kregen commerciële partijen steeds meer invloed.

Woningschaarste in de negentiende eeuw

In 2022 staan er heel wat winkel- en kantoorpanden leeg, wat betreft woningen is het zoeken naar een speld in een hooiberg. In de negentiende eeuw was er ook een groot tekort aan woningen. Kleine, goedkope huizen werden gesloopt om ruimte te maken voor wegen en de industrie. Steden werden volgepropt met fabrieksarbeiders die de hoofdprijs moesten betalen voor een slecht onderhouden woning. Dit zou leiden tot diverse initiatieven zoals de eerste woningcorporatie in het midden van de negentiende eeuw. Een experiment in Amsterdam maakte duidelijk dat marktwerking geen oplossing was.

Heb je recht op woonruimte?

Wat zijn de regels in de woningwet? Heb je bijvoorbeeld recht op een woning in Nederland? Veel mensen denken van wel, toch staat er niet letterlijk in de grondwet dat de regering moet zorgen voor een huis voor alle inwoners. In theorie heb je het recht op huisvesting. Dit is een economisch, sociaal en cultureel recht op huisvesting en onderdak. Dat recht wordt erkend in de Nederlandse grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten.

Toch heeft niet iedereen een huis in Nederland, is de regering daarmee strafbaar? Nee, zo werkt het niet. De regering heeft een zogenaamde ‘inspanningsverplichting’. Dit is de plicht om iedereen in toepasselijke huisvesting te voorzien. Het ministerie van Wonen en Rijksdienst moet ervoor zorgen dat er voldoende huizen zijn voor alle inwoners van Nederland. Je hebt als inwoner recht op een woning en het recht om te bepalen waar je woont, toch kunnen er wel restricties van toepassing zijn.

Wil je graag weten voor welk bedrag jouw woning nu verkocht zou kunnen worden? klik hier

Als jij een huis wilt bouwen in het park dan mag dit niet. Je mag namelijk alleen wonen waar een woonfunctie in het gemeentelijke bestemmingsplan is opgenomen. Je mag kiezen waar je woont maar wel onder voorbehoud. Ook als je graag in een luxe villa gaat wonen is dat jouw recht, maar als je dit niet kunt betalen dan zul je echt niet de sleutels van een paleis krijgen.

Iemand die op straat zwerft omdat deze persoon uit huis is gezet, of een kind dat niet het ouderlijk huis kan verlaten omdat de wachttijd voor een huurhuis 15 jaar is, heeft ‘recht’ op onderdak maar geen afdwingbaar recht op een huis. De regering spant zich in om iedereen onderdak te geven maar als dit niet lukt dan is daar juridisch gezien niets aan te doen.

Als je dus met het wetboek in de hand naar de rechter stapt omdat je geen huis kunt vinden dan kom je van een koude kermis thuis. Je zou overigens naar de Eerste en Tweede Kamer moeten gaan want de rechter heeft geen mogelijkheden om je hierbij te helpen. Het recht op wonen staat namelijk niet letterlijk in de woningwet, alleen dat de overheid moet zorgen voor voldoende woongelegenheid.

Wat staat er in de woningwet?

Omdat de markt niet voorzag in betaalbare woningen van goede kwaliteit kwam de Nederlandse regering met de woningwet. Dit zijn de voornaamste bepalingen die in de eerste versie werden opgenomen:

  • Erkende woningbouwverenigingen en bouwmaatschappijen konden rekenen op financiële ondersteuning als ze handelden in het belang van de volkshuisvesting.
  • Gemeenten werden verplicht gesteld om een bouw- en woningverordening op te stellen met daarin voorschriften voor nieuwbouw.
  • Zonder bouwvergunning mocht er geen nieuw bouwwerk meer geplaatst of uitgebreid worden.
  • Woningeigenaren werden verplicht om verbeteringen uit te voeren als dit nodig was.
  • Het gemeentebestuur kon een woning onbewoonbaar laten verklaren.
  • Iedere gemeente moest een uitbreiding- en bestemmingsplan opstellen en dit iedere tien jaar herzien.

De regering zou hiermee aanzienlijk meer invloed gaan uitoefenen op de woningbouw. Omdat gemeenten niet voldoende initiatief namen om de regels in de woningwet na te leven zou het aantal voorschriften toenemen in de daaropvolgende jaren.

Wat staat er in de woningwet van 2015?

De meest recente versie van de woningwet dateert uit 2015. De aanleiding hiervoor was de toegenomen vrijheid bij woningcorporaties. Sinds de jaren negentig van de twintigste eeuw konden ze meer activiteiten ontplooien buiten de sociale woningbouw. Dit heeft geleid tot het nemen van grote risico’s, verwaarlozen van de sociale woningmarkt en excessen binnen woningcorporaties met grote schulden als gevolg.

In maart 2015 zouden de regels uit 1991 worden herzien, sindsdien wordt de officiële naam woningwet gebruikt. In artikel 19 staat dat instellingen zich niet langer mogen bezighouden met taken buiten volkshuisvesting. In artikel 47 wordt bepaald dat instellingen zich moeten beperken tot huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. In artikel 60 staat dat het toezicht op woningcorporaties valt onder de minister voor Wonen en Rijksdienst.

Werkt de woningwet 2015 in 2022?

In 2019 werd een evaluatie van de laatste herziene woningwet gepresenteerd. Meerdere partijen hebben aangegeven dat er niet voldoende oplossingen bestaan om problemen op de woningmarkt aan te pakken. Toenmalig minister Ollongren was van mening dat de hoofddoelen bereikt waren die in de herziening waren vastgelegd.

Ingrijpende wijzigingen waren volgens de minister niet nodig. Huidig minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening de Jonge heeft onlangs aangegeven dat de regie op de woningmarkt ontbrak. Hij vindt het “bizar” dat wonen werd overgelaten aan de markt. Een conclusie die zijn collega’s bijna anderhalve eeuw geleden al hadden getrokken…