Een pand is een gebouw waar veel rechten en plichten mee gepaard gaan. Dit mag je met pandrecht wel heel letterlijk nemen. In Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek onder Titel 9 staat Rechten van pand en hypotheek. Je zult waarschijnlijk het wetboek niet uit je hoofd kunnen opsommen, toch is het van belang om te weten wat je rechten zijn. Wat is een pandrecht en hoe kun je dit vestigen?

Wat is een pandrecht?

Pandrecht is een zekerheidsrecht dat iemand heeft op een bepaald goed, zoals bijvoorbeeld een huis, auto of waardepapieren, om te garanderen dat een schuld wordt terugbetaald. Het pandrecht geeft de pandhouder het recht om het bezit te nemen van het goed en te verkopen in geval van wanbetaling door de schuldenaar. Het is een veelgebruikte manier om risico te beperken bij leningen en beleggingen en wordt gereguleerd door wetten en regels die afhankelijk zijn van het land en de situatie.

In Nederland bestaan er gebruiksrechten en zekerheidsrechten. Bij een zekerheidsrecht kan de houder zich verhalen op de zaak waar het recht op rust. In veel gevallen gaat het hierbij om een hypotheek of pandrecht.

Zowel pandrecht als hypotheekrecht zijn beperkt van aard. Als er een vordering plaatsvindt dan zal de houder voorrang krijgen boven andere schuldeisers. Als het een recht op registergoed betreft dan gaat het over de hypotheek die rust op een woning. Als het een recht op een ander goed is dan valt het onder pandrecht. Dit recht is van toepassing op alle goederen die vatbaar zijn voor overdracht.

Welke soorten pandrecht bestaan er eigenlijk?

Rechten op goederen

Enkele voorbeelden van pandrecht of hypotheekrecht zijn:

  • Eigendomsrecht
  • Mede-eigendomsrecht
  • Recht van gebruik
  • Recht van vruchtgebruik
  • Recht van bewoning
  • Erfdienstbaarheden
  • Erfpacht
  • Recht van opstal

Zowel pandrecht als hypotheekrecht vallen onder de zakelijke zekerheidsrechten. Het is mogelijk dat een zakelijk recht afhankelijk is van een ander recht. Dit houdt in dat het recht niet los van het hoofdrecht kan worden overgedragen. En als het hoofdrecht niet meer bestaat dan zal tevens het afhankelijk recht komen te vervallen. Pandrecht en hypotheekrecht zijn altijd afhankelijk van een ander recht. Dit houdt in dat op het moment dat de vordering is voldaan het zekerheidsrecht niet langer bestaat. Hoe vestig je een pandrecht?

Zo vestig je een pandrecht

Om pandrecht te vestigen op een roerende zaak zijn de eisen van overdracht van toepassing. De pandrechten worden gevestigd door een akte op te stellen. Hierbij is onderscheid te maken tussen een authentieke akte of een onderhandse akte.

  • Een authentieke akte is een document dat wordt opgesteld door een openbaar ambtenaar. Dit zal normaal gesproken een notaris zijn. Die zal de akte opstellen en waarmerken.
  • Een onderhandse akte is een document dat zonder aanwezigheid van een notaris is opgesteld. Het is mogelijk om een onderhandse akte op een later tijdstip door een notaris te laten registreren.

pandrecht

Wil je graag weten voor welk bedrag jouw woning nu verkocht zou kunnen worden? klik hier

Is pandrecht hetzelfde als hypotheekrecht?

Hoewel de regels voor een groot deel overeenkomen is pandrecht niet hetzelfde als hypotheekrecht. Als er een zekerheidsrecht wordt gevestigd op een huis dan wordt het hypotheekrecht genoemd, als het over een roerende zaak gaat dan heet het pandrecht.

Pandrecht vestigen op een stil pand kan zowel met een authentieke akte of met een onderhandse akte. Als de notaris een akte registreert dan ligt het tijdstip waarop het pandrecht is vastgelegd vast. Een onderhandse akte moet geregistreerd worden bij de Belastingdienst om geldig te zijn. Het is mogelijk om een zekerheidsrecht te vestigen op vrijwel alle goederen met uitzondering van registergoederen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen stil pandrecht en vuistpandrecht.

Als er sprake van is dan wordt het verpande goed in de macht van de pandhouder gebracht. In de meeste gevallen is dit echter niet mogelijk voor bedrijven omdat ze toegang nodig hebben tot verpande goederen om het bedrijf te voeren. Bij stil pandrecht blijven de goederen in de macht van de debiteur. Niemand ziet dat dat er sprake is van verpanding. Om een stil pandrecht af te wikkelen zal de pandgever medewerking moeten verlenen. Wat kun je allemaal verpanden? Eigenlijk heel veel, laten we even een kleine opsomming maken.

Wat kun je verpanden?

Het is mogelijk om veel goederen te verpanden. Dit kunnen roerende zaken zijn zoals voorraad, de inventaris, machines of levende have. Verpanden kan ook van toepassing zijn op vorderingen die de debiteur heeft uitstaan op derde partijen, aandelen, rechten op lidmaatschap, merk- of octrooi rechten. Of goodwill onder pandrecht valt is een onderwerp waar juristen het niet over eens zijn.

Een voorwaarde is dat het vermogensrecht overdraagbaar is, dit geldt niet voor alle vermogensrechten. Als de pandgever en debiteur zijn overeengekomen dat vorderingen niet over te dragen zijn van de debiteur op de pandgever, dan kan hier ook geen recht op gevestigd worden. De Hoge Raad heeft zich hierover uitgesproken. Het moet te bepalen zijn wat onder het pandrecht valt. Dit houdt in dat er een nauwkeurige beschrijving moet zijn aangaande de goederen die verpand worden. Als hierover onduidelijkheid bestaat dan is het mogelijk om dit voor te leggen aan de rechter.

Wat is het voordeel van pandrecht?

Als er sprake is van pandrecht dan sta je als schuldeiser als eerste in de rij om schulden in te lossen. Als de pandgever in gebreke blijft dan mag de pandhouder het verpande goed executeren. Hiervoor is geen beslaglegging nodig of een gerechtelijk vonnis. Bij een faillissement is het mogelijk om een beroep te doen op het pandrecht. Dit betekent dat de vordering niet ingediend hoeft te worden in het faillissement en kan het verpande goed direct opgeëist worden.

Voorbehouden pandrecht en eigendomsvoorbehoud

Een leverancier kan eigendomsvoorbehoud in de algemene voorwaarden laten opnemen. Zo blijft de leverancier eigenaar van de geleverde goederen tot het moment dat de goederen betaald zijn. Dit voorbehoud is uit te breiden met daaropvolgende leveringen.

Dit betekent dat de leverancier eigenaar blijft van de zaken die reeds voldaan zijn als de volgende levering nog niet is betaald. Als de leverancier voor de betaling een lening met rente verstrekt dan is het eigendomsbehoud alleen van toepassing op het bedrag van de geleverde goederen en niet op de lening met rente. Als de goederen betaald zijn dan kan hier geen aanspraak meer op worden gemaakt.

Het is echter mogelijk om pandrecht op de goederen onder eigendomsvoorbehoud te plaatsen. In dat geval komt de lening met rente onder het eigendom te vallen. Als de afnemer de verplichtingen niet nakomt dan is het mogelijk om een beroep te doen op het pandrecht. De leverancier behoudt zich in dit geval het recht voor om de goederen openbaar te verkopen en de opbrengst hiervan te incasseren voor zover de overeenkomst strekt. Dit biedt meer zekerheid aan de leverancier dat de rekening wordt vereffend.